Vrijheid van meningsuiting en eredienst (Belgische grondwet)

Gewoon ter info: De BELGISCHE GRONDWET over vrijheid van eredienst, meningsuiting, censuur.

Art. 19 – De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.
Art. 20 – Niemand kan worden gedwongen op enigerlei wijze deel te nemen aan handelingen en aan plechtigheden van een eredienst of de rustdagen ervan te onderhouden.
Art. 21 – De Staat heeft niet het recht zich te bemoeien met de benoeming of de installatie der bedienaren van enige eredienst of hun te verbieden briefwisseling te houden met hun overheid…
Art. 25 – De drukpers is vrij; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers. Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.”

De vrijheid van meningsuiting kan, volgens de Grondwet, in beginsel niet aan preventieve maatregelen worden onderworpen. Dit verbod geldt ook voor meningen, die, na het uiten ervan, strafbaar zijn (bv. aanzetten tot racisme, vreemdelingenhaat of discriminatie). Met dit beginsel heeft men het echter niet zo nauw genomen de afgelopen jaren. Er is een tendens om de vrije meningsuiting af te wegen tegen (op welke gronden?) tegen de efficiënte bescherming van andere rechtsgoederen (bv. het recht op eerbiediging van het privéleven). Ook is het onderscheid tussen preventieve en repressieve maatregelen niet altijd even gemakkelijk. 

Mis­bruik van de vrijheid van meningsuiting wordt gesanctioneerd, als er sprake is van

  • Aanzetten tot racisme, vreemdelingenhaat, discriminatie
  • eerrovende, lasterlijke of beledigende uitingen.
  • ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen en goedkeuren van de tijdens de Tweede Wereldoorlog gepleegde genocide
  • uitingen die strijdig zijn met de goede zeden.
    • Spannend, want artikel 383 stelt dat iemand die “liederen, vlugschriften of andere geschriften, al dan niet gedrukt, afbeeldingen of prenten die strijdig met de goede zeden, tentoonstelt, verkoopt, of verspreidt” eveneens vervolging riskeert. Tsja. Mohammedcartoons kunnen dus strafbaar worden als de meerderheid van de samenleving dat in strijd vindt met ‘de goede zeden’.

De logica en de objectiviteit van deze uitzonderingen ontgaat mij een beetje, moet ik zeggen.

Tenslotte: De vrijheid van meningsuiting is een juridische norm en kan dus leiden tot strafbaarheid of een rechtsvordering. Dat wil dus zeggen dat je zelf in jouw morele universum strenger mag zijn dan de juridische norm. Oftewel: Je mag uitingen afkeuren die juridisch zijn toegelaten (en dus vallen binnen het kader van de vrijheid van meningsuiting). Dat is juist de essentie van de vrijheid van mening(suiting). Je kunt dus bepaald gedrag, een cartoon, een mening laakbaar vinden, maar dat wil niet zeggen dat het niet mag. Enkel dat jij het afkeurt. Je vindt het bijv. gewoon onbeschoft, of ‘not done’ om de profeet Mohammed af te beelden. Dus keur je het af, maar het is – vooralsnog – niet strafbaar, tenzij je het via art. 383 van de Strafwet probeert….

Lees verder (uitgebreider) over wanneer iets wel/niet strafbaar is.